Aalbessen (Ribes), ook wel rode bessen of trosbessen genoemd, zijn een typisch West-Europese fruitsoort. Ze groeien in grote trossen aan struiken die zo’n 1-1,5 meter hoog worden. Ze hebben voedselrijke grond nodig en groeien vaak goed op plaatsen waar ook eiken en beuken het goed doen.
Behalve rode aalbessen zijn er ook wit-gele aalbessen.
Goede bron van vitamines, mineralen en vezels
Aalbessen bevatten veel vitamine B1 en vitamine C. Ze bevatten ook veel ijzer, fosfor, kalium, koper en mangaan. Ze zijn ook een goede bron van vezels.
65 soorten fenolen
Aalbessen zijn eigenlijk heel bijzonder, want ze bevatten maar liefst 65 verschillende soorten fenolen. Fenolen zijn sterke anti-oxidanten. Dit zou de reden kunnen zijn waarom vooral rode bessen zoveel gezondheidsvoordelen hebben.
Onderzoek heeft aangetoond, dat als je regelmatig aalbessen eet, ze kunnen helpen met bloeddruk verlagen en ontstekingen tegengaan, maar mogelijk helpen ze ook om een heel aantal ziektes tegen te gaan zoals hart- en vaatziekten, osteoporose, diabetes en kanker.
Aalbessen thee
De bladeren van de aalbes kan je drogen. Je kan de gedroogde bladeren gebruiken om aalbessenthee mee te zetten.
Verschillende rassen
Er zijn verschillende rode aalbessen rassen. De ouderwetse rode aalbes (zoals de Jonkheer van Tets) smaakt zuurder dan een aantal moderne rassen, zoals bijvoorbeeld Red Lake.
De rassen verschillen niet alleen qua smaak, maar ook wat betreft ziektegevoeligheid en rijpingstijd.
Verzorging
Aalbessen houden van een zonnige, beschutte plaats (een muur op het Zuiden is ideaal). Je kan ze ook in halfschaduw groeien, maar de bessen zullen dan wat zuurder blijven.
Ze hebben een ondiep wortelstelsel en daarom is het belangrijk dat je ze tijdens drogere periodes regelmatig water geeft, maar ze houden niet van te natte grond.
Oogsten
Afhankelijk van het ras, kan je al vanaf eind juni oogsten. De Jonkheer van Tets kan je al vanaf eind juni plukken.
Zodra de bessen beginnen te rijpen, zullen ze goed door de vogels, vooral merels, in de gaten gehouden worden. Je kan daarom eventueel overwegen om zodra je veel groene bessen ziet, bamboestokken van 1,5 – 2,0 meter hoog met netten over de struiken te spannen.
Bemesten
Als de blaadjes van de aalbessen lelijke randen krijgen, dan duidt dit op een kaliumtekort. Kies wel een meststof die niet hoog in nitraat is. Een teveel aan nitraat laat de plant te snel groeien en dat gaat ten koste van de hoeveelheid bessen.
Snoeien
Aalbessen zijn redelijk makkelijke planten om te groeien. Het is wel belangrijk om ze in de winter (januari- februari) te snoeien. De snoei heeft als doel om licht en lucht in de struiken te houden. Je snoeit dus takken weg die elkaar kruisen of erg naar binnen groeien.
Aalbessen groeien op ‘oud hout’ wees dus niet te drastisch met snoeien, want dan krijg je de volgende zomer geen bessen.
Kort houdbaar
Aalbessen zijn in de koelkast maar een dag of drie houdbaar. Echter, rijpe bessen aan de struik blijven langer houdbaar. Het is dus een goed idee om ze pas te plukken als je ze ook gaat eten.
Wat kan je doen met aalbessen?
Ik eet ze net als frambozen of aardbeien als toetje, maar ze zijn ook lekker met keto vla of bij een roompudding. De zuivel zorgt dan voor iets zoets en dan smaken de bessen wat minder zuur. Toch zal je merken dat als je het keto dieet langere tijd volgt, je smaak zo verandert dat ze helemaal niet meer zo zuur smaken.
Waarom aalbessen in je moestuin/op je balkon?
- makkelijke plant
- 100 gram aalbessen is een grote portie (vooral vergeleken met aardbeien)
- rijk aan vitamines B1 en C
- rijk aan ijzer, fosfor, kalium, koper en mangaan
- rijk aan fenolen (anti-oxidanten)
- rijk aan vezels
- in de winkel soms moeilijk te krijgen en duur
- heel laag in koolhydraten, echt keto fruit dus