Hoi allemaal! Hier ben ik weer om een blog te schrijven. Als je dat nog niet gedaan hebt, lees dan eerst de vorige twee blogs van deze trilogie:
Zoals jullie misschien al hadden geraden van de titel, ga ik het in deze blog hebben over de smaakpapillen van katten.
Misschien denk je dat de smaakpapillen van een kat hetzelfde zijn als de smaakpapillen van een mens.
Maar dat is niet zo!
Mensen kunnen vijf smaken proeven:
- zout
- zuur
- bitter
- zoet
- umami
Wij katten kunnen maar drie smaken proeven:
- zout
- zuur
- bitter
Nu zie je zoet niet in dat lijstje staat. Waarschijnlijk verbaast het je, maar wij katten kunnen zoet helemaal niet proeven!
En als we zoet niet kunnen proeven, kunnen we dus ook geen suiker proeven!
Wist je dat?
Wist je dat wij katten wel heel goed water kunnen proeven? Als je ons kraanwater geeft, en daarna fleswater, proeven we meteen het verschil!
In het eerste deel van de trilogie van de gezonde kat zagen we dat er suiker in Felix natvoer zat. Nu je weet dat wij katten geen suiker kunnen proeven, vraag je je waarschijnlijk af: Waarom zit er dan suiker in kattenvoer? Wat ik denk, is dat er twee mogelijkheden zijn. Het zou natuurlijk ook kunnen dat ze allebei kloppen.
1. Suiker wordt gebruikt als vulmiddel. Suiker is tegenwoordig goedkoop, en het is makkelijk toe te voegen aan kattenvoer. Daardoor wordt het voer zwaarder en kan het voor een hogere prijs verkocht worden.
2. Het zit erin voor de baasjes. De baasjes kijken op het pakje en denken: ‘O, kijk, daar zit suiker in. Dat vind mijn kat vast lekker!’
Suiker is dus niet alleen slecht voor ons, maar het is ook niet eens lekker! We kunnen het gewoon helemaal niet proeven!
Hiermee sluit ik mijn trilogie van de gezonde kat af. Ik hoop dat jullie het interessant vonden! O, en vergeet niet mijn bijbehorende filmpje hieronder te kijken!
Voor de rest van de afleveringen, ga naar mijn YouTube afspeellijst op mijn baasjes kanaal.