Verwarm de oven voor op 220° Celsius.
Was de venkelknollen en verwijder eventueel lelijke bladeren. Snij de venkeltoppen van de knol af. Snij het venkelloof in kleine stukjes van ongeveer 1-2 cm. Hou dit apart om later mee te garneren (dus niet in de oven meebakken!). Ik gebruik de steeltjes ook als de venkel nog heel vers is, anders niet want dan worden ze houterig.
Snij de venkelknollen in de lengterichting door en snij elk stuk dan in drie of vier stukken (ook weer in de lengte).
Breng een pan met water aan de kook en zodra het water kookt. leg je de stukken venkelknol ongeveer 2 minuten in het kokende water. Haal ze er dan uit en laat ze goed uitlekken in een vergiet.
Beboter een ovenschaal. Laat de venkel even in een vergiet uitlekken.
Rangschik de stukken venkel in de ovenschaal. Verdeel de boter over de venkel en strooi wat peper en zout over de venkel.
Neem een vel bakpapier en scheur dit in 4 of 5 stukken. Maak elk stuk nat onder de koude kraan en maak het dan in een papieren prop zodat overtollig water eruit komt, maar het bakpapier nog wel nat is. Leg deze vochtige proppen bakpapier in de schaal met venkel (tussen de venkel).
Bak de venkel in 20 minuten gaar in de voorverwarmde oven. Haal de venkel uit de oven, verwijder de proppen bakpapier en strooi de venkeltoppen over de venkel voordat je serveert.