Breng een ruime pan met de melk en het zout aan de kook.
De melk komt aan de kook zodra je kleine belletjes ziet. Melk kan heel plotseling overkoken, dus nu goed opletten en het vuur tijdig uitzetten.
Zodra de melk kookt het vuur uitzetten. Voeg het citroensap en de keukenazijn toe en roer even door. De melk gaat meteen als schiften.
Doe de deksel op de pan en laat 15 minuten staan (vuur is dus uit).
Leg een dubbelgevouwen theedoek in een zeef boven een kom.
Roer na 15 minuten de melk even door.
Giet de wrongel in de zeef met de theedoek.
Vouw de theedoek dicht met een postelastiek en hang de theedoek aan een haak boven een kom. Nu kan de wei er uitlekken.
Na het uitlekken ziet de wrongel er zo uit als op de foto.
Spoel de wrongel goed verpakt in de theedoek nu goed af onder een koude kraan. Je wilt zoveel mogelijk van de nog aanwezige wei eruit spoelen.
De wrongel ziet er nu een stuk droger uit.
Doe de wrongel in de theedoek in een kom of bord. Dit bepaalt de vorm. Dus als je een heel mooie vorm wilt krijgen moet je de wrongel nu netjes in je theedoek inpakken en dan in een kom of schaal doen. Dit werkt nog beter in een kaasvorm, want dan kan het vocht er nog makkelijker uit tijdens het persen.
Je wil de wrongel tot een stevig blok persen door er iets zwaars op te zetten. Ik leg een schoteltje met daarop een pot zout op de wrongel en zet dit 4 uur in de koelkast. Hoe zwaarder het gewicht en hoe langer je perst, hoe steviger de paneer wordt.
Haal de paneer uit de koelkast en snij in niet te dunne plakken. Snij de plakken in wat grotere blokjes. Als je de paneer langere tijd in de koelkast onder een gewicht hebt gehad, dan is hij steviger en kan je eventueel wel wat kleinere blokjes snijden. Bewaar de paneer in de koelkast.