Splits het ei. Doe de eidooier in een beslagkom en het eiwit in een hoge beker om straks stijf te kloppen.
Voeg het water met een snufje zout toe aan de kom met de eidooier.
Klop goed door elkaar heen, totdat het gaat schuimen. Je hebt op dit moment maar een heel klein beetje beslag.
Doe het amandelmeel in een andere kom. Voeg het bakpoeder door een theezeefje (zodat je geen klontjes krijgt) en meng door elkaar heen.
Voeg het amandelmeel toe aan de kom met de losgeklopte eidooier en meng door elkaar heen. Je hebt nu nog steeds maar een klein beetje beslag.
Klop het eiwit heel stijf met een snufje zout. Als je de kom met stijfgeklopt eiwit op z'n kop houdt, mag het eiwit niet bewegen. Je kan dit het beste met een handmixer (met één garde zodat het in een hoge mengbeker past) doen, want het eiwit moet goed in volume toenemen.
Vouw het eiwit voorzichtig door het beslag met een metalen lepel (niet kloppen).
Het geeft niet als er nog wat witte stukjes eiwit zichtbaar zijn, dat is beter dan dat je de lucht uit het eiwit haalt.
Blini's bakken
De truc is om de blini's op laag vuur te bakken. Verhit de olijfolie in een koekenpan. Vet één of meer kookringen in met wat olijfolie of roomboter. Doe een eetlepel beslag in elke kookring en laat op laag vuur garen.
Bak de blini's totdat de bovenkant iets steviger wordt en haal dan voorzichtig de kookring eruit. Keer de blini en bak de andere kant zonder de kookring. Vul de kookring opnieuw met een eetlepel beslag.
Afhankelijk van de grootte hoeft elke blini minder dan een minuut per kant te garen. Zodra een blini stevig is, uit de pan halen en op een bord laten afkoelen. Ga zo door totdat al je beslag op is.
Topping
Klop de roomkaas los in een kom. Leg op elke blini wat gerookte zalm en daarop een grote lepel roomkaas. Garneer met wat bieslook.