Was de kruiden en dep droog. Snij of knip ze in kleine stukjes. Voeg de kruiden aan de kom met de losgeklopte eieren toe.
Doe de roomboter in een kleine koekenpan en verhit op hoog vuur.
Zodra de boter gesmolten is giet je het omelet beslag in de koekenpan en beweeg je de koekenpan van de ene kant naar de andere kant. De hele bodem van de pan moet bedekt zijn. Zet het vuur nu op matig.
Duw met een lepel of vork de kruiden zoveel mogelijk naar het midden van de omelet, zodat je de omelet straks kan dichtvouwen.
Zodra de omelet stevig begint te worden (een beetje vloeibaar ei is goed) vouw je de twee zijkanten naar het midden en haal je de pan van het vuur. De omelet zal nog even doorgaren.