Maak de knoflook schoon en snij in kleine stukjes.
Maak de knoflook schoon en snij in kleine stukjes.
Maak de rode ui schoon en snij in stukjes.
Schil de winterwortel en snij in heel dunnen plakjes
Was de bleekselderij en snij in dunne plakjes, gebruik de bladeren ook.
Doe de extra vierge olijfolie in een braadpan en zet op hoog vuur. Zodra de olie heet is, de knoflook, ui, wortel en bleekselderij toevoegen en even doorroeren. Zet het vuur op matig en doe de deksel half op de pan.
Was de platte peterselie en snij in stukjes. Voeg aan de pan toe en roer even door elkaar heen.
Was de tijm en dep droog. Rits de blaadjes van de takjes en voeg aan de stoofpot toe.
Plet de peperkorrels met het brede snijvlak van een groot mes en voeg de peper aan de stoofpot toe.
Snij de speklap in dobbelsteentjes en voeg aan de stoofpot toe.
Zet het vuur hoger en roer door elkaar heen. Blijf af en toe roeren terwijl het spek begint te smelten.
Voeg het vlees zonder de marinade toe. Hou de marinade apart. Bruin het vlees zo snel mogelijk aan alle kanten en zet het vuur dan lager.
Zodra het vlees zo goed mogelijk gebruind is, voeg je steeds een scheut marinade toe. Zodra het vlees weer droger wordt, voeg je opnieuw marinade toe en dit doe je totdat alle marinade op is. Mocht je toch nog meer vocht nodig hebben, dan kan je scheutjes gekookt water toevoegen.
De stoofpot is dus niet heel nat, je krijgt op deze manier vlees met een heel intense smaak en je kan de wijn ook goed proeven.