Maak de ui en knoflook schoon. Als het lastig is om de knoflook te pellen, kneus het dan eerst met het blad van een breed mes. Zodra de knoflook platgedrukt is, laat het vliesje makkelijk los. Snij de knoflook en ui in kleine stukjes.
Was de selderijstengel en snij die ook in heel kleine stukjes. Blaadjes kan je ook gewoon gebruiken.
Verhit de boter in een braadpan op matig-hoog vuur. Zodra de boter gesmolten is de ui, knoflook en selderij stukjes in de pan doen en het vuur naar matig draaien. Dit een paar minuten laten fruiten totdat de ui zacht en glazig begint te worden.
Voeg nu het gehakt toe en bruin het aan alle kanten. Als er veel vocht uit het gehakt vrij komt, zet je het vuur hoger. Je wilt namelijk een vrij droge saus maken.
Zodra het gehakt gebruind is, voeg je de tomaten, tijm, majoraan, laurier en nootmuskaat toe en breng je het op smaak met peper en zout. Zet het vuur naar matig laag en laat het gehakt met de deksel op de pan zachtjes doorbakken of doe het in een slowcooker en laat het langzaam garen.