Breng een grote pan met water aan de kook om straks de bloemkool in te koken. Haal de bladeren van de bloemkool af en snij de bloemkool in kleine roosjes en de hardere witte stukken ook in kleine stukjes. Doe in de pan met kokend water met het grove zeezout en de twee laurierblaadjes. Kook de bloemkoolroosjes voor zo'n 4-5 minuten.
Maak de bosuitjes schoon door de lelijke blaadjes eraf te halen. Snij ze dan in ringetjes. Maak de gember ook schoon en snij in kleine stukjes.
Doe het kokosvet in een grote braadpan of een wok en verwarm op hoog vuur. Zodra het kokosvet gesmolten is voeg je de lente uitjes, geraspte gember, de zaadjes uit de kardemom peulen (dus niet de hele peulen!) en de komijnzaadjes toe. Draai het vuur nu weer naar matig-hoog en bak een paar minuten.
Voeg nu de Thai curry paste toe en laat dat 4-5 minuten fruiten op matig vuur. Dit maakt het gerecht pittiger.
Roer de kokosmelk even goed door en voeg dan toe aan de wok.
Was de koriander en haal de steeltjes eraf. Hak of knip de steeltjes in kleine stukjes en voeg aan de wok toe. De blaadjes zet je apart voor later.
Giet de bloemkoolroosjes af en voeg aan de wok toe, laat 10 minuten koken op matig-hoog vuur, zodat het begint in te dikken. Je wilt een mooie stevige kerrie krijgen.
Ga nu de amandelen roosteren in een kleine koekenpan. Verwarm de koekenpan op hoog vuur en voeg de amandelen toe. Roer ze regelmatig door zodat ze niet kunnen aanbranden en zet zo nodig het vuur wat lager. Ze moeten verkleuren, dit gaat heel snel!
Voeg de helft van de amandelen aan de kerrie toe. Roer even door. Pers de limoen uit en doe het limoensap ook door de kerrie heen, roer weer even door.
Strooi de korianderblaadjes en de rest van de amandelen over de kerrie schotel heen voordat je serveert. Serveer eventueel met sambal voor wie het nog pittiger wil. Als je het daarentegen te pittig vindt, doe je er meer limoensap doorheen.