Smelt 2/3 deel van de boter in een koekenpan en bak de worstjes. Zet het vuur eerst hoog om de worstjes aan alle kanten te bruinen. Draai het vuur dan naar matig-hoog en voeg een scheutje heet water toe. Laat de worstjes in 10- 15 minuten gaar koken.
Maak de champignons schoon met een borsteltje of stukje keukenpapier. Strip de tijm en majoraanblaadjes van de steeltjes af en scheur de salie in stukjes.
Doe de champignons en kruiden in de pan met worstjes. Voeg wat versgemalen peper toe.
Bak de eieren in de rest van de boter. Als je de dooier ook goed gaar wil hebben, doe dan een deksel op de pan. Bak op matig-hoog vuur.
Bak de Parmaham in een andere koekenpan in een paar minuten gaar (je kan eventueel wat extra boter toevoegen), draai de plakjes halverwege even om, zodat beide zijden goed bakken.
Snij de tomaat in plakken en bestrooi met wat peper en zout.
Doe alles op een bord en serveer direct. Je kan er eventueel nog wat verse kruiden overheen strooien.