Doe de varkenssaucijsjes (2 worstjes per persoon, ongeveer 200 gram) in een braadpan en prik met een vork gaatjes in de worstjes.
Doe nu water bij de saucijsjes zodat ze net onder staan en breng aan de kook. Laat 10 minuten zachtjes gaar koken.
Voeg de takjes tijm en majoraan aan de worstjes toe en laat meekoken.
Pel een rode ui en snij in stukjes.
Haal de worstjes uit de pan en doe in een kom.
Schenk het kookvocht in een beker.
Smelt de boter (op matig vuur, 160 graden) in de braadpan.
Zodra de boter begint te smelten de stukjes ui toevoegen.
Zet het vuur hoger (180 graden) en bruin de worstjes aan beide kanten. Voeg de in stukjes gescheurde salie toe.
Voeg het kookvocht toe en laat 5 minuten zachtjes koken.