Snij de kippelevertjes en de ui in kleine stukjes.

Smelt 2 eetlepels boter in een koekepan op middelhoog vuur en bak de kippelevertjes 5 minuten. Breng op smaak met wat zout en peper.

Voeg dan de cognac of wijn toe en laat op een laag vuur 15 minuten zachtjes koken. Als de cognac of wijn verdampt is, kan je de bouillon toevoegen. Af en toe even doorroeren.

Na 15 minuten van het vuur afhalen en in een keukenmachine pureren, totdat je een fijne mousse hebt.

Snij ook de kappertjes en ansjovis in kleine stukjes.

Verhit nu de olijfolie in de koekepan op middelhoog vuur en voeg de levermousse, de ansjovis en de kappertjes toe. Goed doorroeren. Voeg nu nog 2 eetlepels boter toe en opnieuw goed doorroeren. Laat 3-4 minuten op laag vuur doorkoken.

Doe indien nodig nogmaals in de keukenmachine zodat de paté eruit ziet als een mooie mousse.

Doe de paté in ramekins en garneer met laurierblad en jeneverbessen. Smelt de resterende boter en giet bovenop de paté in de ramekins zodat je een vetlaagje bovenop de paté krijgt. Je kan ook een deel van de paté invriezen, dan geen vetlaagje er bovenop doen.